woensdag 11 maart 2009
Extra training door kapotte brommer - Herre Faber
Hoe groot is de kans dat een goed onderhouden electrische bromfiets stuk gaat en je er niet mee naar school kunt rijden? Mijn schatting is: 1 op de 1000 dagen. Het is dus slim om een reserve brommer te hebben. De kans dat deze stuk gaat is ook 1 op 1000. Hoe groot is de kans dat ze beide tegelijk stuk gaan? Daarvoor moet je de beide kansen vermenigvuldigen, wat 1 op 1 miljoen dagen oplevert. Met andere woorden: Gemiddeld zal het 1 keer in de 3000 jaar voorkomen dat beide brommers gelijktijdig stuk gaan. Zelfs de deltawerken hebben een grotere kans om weg te spoelen, maar mij is het afgelopen maandag overkomen. Het effect hiervan is dat ik nu de hele week naar school moet fietsen! Dat betekent extra training. Weliswaar geen looptraining, maar toch. Of zou ik hierdoor juist overtraind raken? We zullen het zien aanstaande zaterdag. Ik hoop maar dat ik sneller ben dan mijn baas.
Mijn horloge liegt - Jan Geerts
Mijn horloge liegt. Ik vermoedde het al weken, maar afgelopen zaterdag betrapte ik hem op heterdaad. Zoals ik in een eerdere bijdrage aan deze weblog al liet weten, beschik ik over een apparaatje dat tijdens het hardlopen exact de afgelegde afstand en snelheid bijhoudt. En over dat woordje ‘exact’ wil ik het vandaag met jullie even hebben.
Ik houd van hardlopen, maar een groot nadeel van hardlopen is dat het zo verdomde saai is. Vooral het lopen van langere afstanden. Loop ik een 10, 15 of 21 km, al vrij snel na het vallen van het startschot vraag ik me af hoe lang ik nog moet. Tegen de tijd dat ik een half uur onderweg ben en mijn benen voorzichtig beginnen te protesteren, is het enige dat me bezighoudt de vraag waarom ik überhaupt aan de wedstrijd begonnen ben.
Om toch te volharden in mijn hardloopinspanningen heb ik mijzelf voor mijn verjaardag getrakteerd op een horloge voorzien van hartslagmeter en foot-pod. De hartslagmeter gaat om de borst, de foot-pod op de schoen en lopen maar. Vraag me niet hoe het precies werkt, maar de foot-pod registreert de beweging van je voeten en kan daaruit je snelheid en afgelegde afstand herleiden, wat vervolgens weer op de display van je horloge getoond wordt. Voor mij een ideale uitvinding omdat ik zo op ieder moment van een training of wedstrijd weet hoelang het nog is tot de eindstreep. Samen tellen we de kilometers af en niet zelden heb ik dankzij mijn horloge mijn energievoorraad zo gedoceerd kunnen aanspreken, dat er aan het einde van de rit nog een sprintje af kon. Je begrijpt, vanaf dag 1 zijn mijn horloge en ik dikke maatjes.
Nu staat of valt het gebruik van zo’n geavanceerd horloge met één belangrijke voorwaarde. Net als bij iedere relatie, draait het ook hier om onvoorwaardelijk vertrouwen. Als je horloge tijdens een belangrijke wedstrijd aangeeft dat je nog maar 5 kilometer te gaan heb, en na die 5 kilometer blijkt de finishlijn nog in geen velden of wegen te bekennen, geloof me, dan ben je niet blij. Het eerste wat je dan ook dient te doen na aanschaf van een dergelijk horloge, is het zogenaamde calibreren van de foot-pod. Met andere woorden, je gaat naar een atletiekbaan, loopt twee rondjes en kijkt of je foot-pod een afgelegde afstand van 800 meter heeft geregistreerd. Is dit niet het geval, dan stel je dit eenmalig bij. Je horloge is nu geijkt.
Bij gebrek aan een atletiekbaan heb ik op advies van een sportinstructeur mijn horloge geijkt aan de lopende band van mijn sportschool. Gewoon programmaatje instellen, afstand en moeilijkheidsgraad invoeren en lopen maar. Hoe moeilijk kan het zijn? In de weken volgend op het bewuste bezoekje aan de sportschool, begon ik echter te twijfelen aan mijn loopvermogen. Liep ik eerder in rustig tempo toch op een gemiddelde van 11 kilometer per uur, na het ijken van mijn horloge kwam ik met geen mogelijkheid boven de 10 km uit. Zelfs in volle sprint klokte mijn horloge niet meer dan 13 km per uur. Voorwaar een hele prestatie…voor mijn bejaarde moeder dan! Het begon me te dagen dat door het ijken van mijn horloge aan de lopende band van de sportschool, ik de afwijking die standaard op een nieuw horloge aanwezig is, alleen maar verergerd had.
Ik heb de halve zaterdagmorgen besteed aan het herstellen van onze vertrouwensband. Ik herinnerde mij het verhaal dat een hardloopclubje bij ons in de wijk jaren geleden markeringen had aangebracht op het fietspad langs het kanaal: om de honderd meter een streepje. Ideaal voor het calibreren van mijn horloge. De vraag was alleen nog even of de streepjes er nog zouden staan? Het zal een vreemd gezicht geweest zijn voor de vroege zaterdagmorgenvogels op de Leidse Kanaalweg. Jan die om de honderd meter op zijn knieën gaat op zoek naar een wit streepje verf op het asfalt. Wat je niet moet over hebben voor het lopen van de CPC!
Ik houd van hardlopen, maar een groot nadeel van hardlopen is dat het zo verdomde saai is. Vooral het lopen van langere afstanden. Loop ik een 10, 15 of 21 km, al vrij snel na het vallen van het startschot vraag ik me af hoe lang ik nog moet. Tegen de tijd dat ik een half uur onderweg ben en mijn benen voorzichtig beginnen te protesteren, is het enige dat me bezighoudt de vraag waarom ik überhaupt aan de wedstrijd begonnen ben.
Om toch te volharden in mijn hardloopinspanningen heb ik mijzelf voor mijn verjaardag getrakteerd op een horloge voorzien van hartslagmeter en foot-pod. De hartslagmeter gaat om de borst, de foot-pod op de schoen en lopen maar. Vraag me niet hoe het precies werkt, maar de foot-pod registreert de beweging van je voeten en kan daaruit je snelheid en afgelegde afstand herleiden, wat vervolgens weer op de display van je horloge getoond wordt. Voor mij een ideale uitvinding omdat ik zo op ieder moment van een training of wedstrijd weet hoelang het nog is tot de eindstreep. Samen tellen we de kilometers af en niet zelden heb ik dankzij mijn horloge mijn energievoorraad zo gedoceerd kunnen aanspreken, dat er aan het einde van de rit nog een sprintje af kon. Je begrijpt, vanaf dag 1 zijn mijn horloge en ik dikke maatjes.
Nu staat of valt het gebruik van zo’n geavanceerd horloge met één belangrijke voorwaarde. Net als bij iedere relatie, draait het ook hier om onvoorwaardelijk vertrouwen. Als je horloge tijdens een belangrijke wedstrijd aangeeft dat je nog maar 5 kilometer te gaan heb, en na die 5 kilometer blijkt de finishlijn nog in geen velden of wegen te bekennen, geloof me, dan ben je niet blij. Het eerste wat je dan ook dient te doen na aanschaf van een dergelijk horloge, is het zogenaamde calibreren van de foot-pod. Met andere woorden, je gaat naar een atletiekbaan, loopt twee rondjes en kijkt of je foot-pod een afgelegde afstand van 800 meter heeft geregistreerd. Is dit niet het geval, dan stel je dit eenmalig bij. Je horloge is nu geijkt.
Bij gebrek aan een atletiekbaan heb ik op advies van een sportinstructeur mijn horloge geijkt aan de lopende band van mijn sportschool. Gewoon programmaatje instellen, afstand en moeilijkheidsgraad invoeren en lopen maar. Hoe moeilijk kan het zijn? In de weken volgend op het bewuste bezoekje aan de sportschool, begon ik echter te twijfelen aan mijn loopvermogen. Liep ik eerder in rustig tempo toch op een gemiddelde van 11 kilometer per uur, na het ijken van mijn horloge kwam ik met geen mogelijkheid boven de 10 km uit. Zelfs in volle sprint klokte mijn horloge niet meer dan 13 km per uur. Voorwaar een hele prestatie…voor mijn bejaarde moeder dan! Het begon me te dagen dat door het ijken van mijn horloge aan de lopende band van de sportschool, ik de afwijking die standaard op een nieuw horloge aanwezig is, alleen maar verergerd had.
Ik heb de halve zaterdagmorgen besteed aan het herstellen van onze vertrouwensband. Ik herinnerde mij het verhaal dat een hardloopclubje bij ons in de wijk jaren geleden markeringen had aangebracht op het fietspad langs het kanaal: om de honderd meter een streepje. Ideaal voor het calibreren van mijn horloge. De vraag was alleen nog even of de streepjes er nog zouden staan? Het zal een vreemd gezicht geweest zijn voor de vroege zaterdagmorgenvogels op de Leidse Kanaalweg. Jan die om de honderd meter op zijn knieën gaat op zoek naar een wit streepje verf op het asfalt. Wat je niet moet over hebben voor het lopen van de CPC!
dinsdag 10 maart 2009
Virtueel of realtime? - Pim Breebaart
Mijn schoonzoon Jitse fietst regelmatig de Alpe d'Huez op, hij houdt van deze berg, 23 haarspeldbochten en dan ben je er. Een fluitje van een cent, zou je zeggen. Maar dat is niet waar, hij doet er ongeveer 1 uur en 18 minuten over. Als hij er genoeg van heeft dan doet hij de Tourmalet er tussen door, leuke afwisseling, 1 uur en 30 minuten je uit de naad fietsen. In zijn slaapkamer in Bangkok staat zijn racefiets op een Tacx gekoppeld aan een beeldscherm voor zich waarop hij de hele weg ziet. Als hij versnelt gaat de film ook sneller.
Mijn zoon Koert woont met Julie in Singapore. Hij fietst al zijn hele leven, de meeste toppen van Frankrijk en Italië kent hij. Ook hij heeft dezelfde apparatuur op zijn balkon. Als ze skypen kunnen ze onderweg met elkaar praten en bespreken wie er voor ligt. Nou ja, praten, kan ik praten als ik de Alpe d'Huez opfiets? Eerst maar eens zien dat ik boven kom. Zo simpel is dat niet. Is virtueel de Alpe d'Huez opfietsen zwaarder dan realtime? Ik denk dat het voor het calorieverbruik niet veel zal uitmaken. En toch is de ervaring heel anders. Jitse fietst met de airco op 21 gr, Koert fietst op zijn balkon bij ruim 30 gr.C. Dit zijn letterlijk mooi weer fietsers. Dat is toch heel anders dan in de zware storm de Tourmalet beklimmen, of onderaan met 20 gr starten en boven eindigen net boven nul.
Ik ren elke ochtend op de loopband bij 21 gr C. Is het aantrekkelijk om de CPC op beeld voor me te hebben? Zodat ik precies herken welke bocht ik ga nemen? Zou ik gestimuleerd worden door het zien van de Zeestraat? Ja, langs het Vredespaleis, de trots van mijn opa Breebaart, die daar de elektriciteit heeft aangelegd, bijna honderd jaar geleden, een wereldwonder waar de Japanners en Amerikanen naar kwamen kijken. En dan draaien we vlakbij Madurodam de Koninginnegracht op. Mijn andere grootouders van Heijningen woonden daar op de verhoging. Mijn oom Leo ook. Mooie plek, zo'n beetje boven het gepeupel. Van het wonen daar word je al oerconservatief, bedenk ik me tijdens het zweten en hijgen. Aan de overkant het Shell-headquarter. Ik heb nog wel wat energie nodig, maar ik denk dat ze niks voor me kunnen doen.
Mijn vorige CPC liep ik met Patrick Morley de 10 in even 55 minuten, maar wat kregen we het hier zwaar en dan elke keer die vraag: zijn we er al? en het antwoord, bijna!, bijna!, hou vol! Bij de Amerikaanse ambassade had ik de neiging om er zeven maal omheen te rennen, ik zou een slechte tijd voor lief nemen, als dat bolwerk van xenofobie maar zou instorten na zeven rondes, ooit is dat gelukt, maar ik zal dat met de nieuwe president Obama nu wel uit mijn hoofd laten. Ik kan me al weer herinneren hoe ik het Voorhout opdraaide, nog een bocht naar links en dan de finish in zicht. Heb ik die dvd eigenlijk wel nodig? Ik draai de film in mijn hoofd af en het grote voordeel is dat ik het kan laten stormen en met harde tegenwind lopen en toch bereik ik na 25 minuten loopband de finish. Knap hè . Dat kan die dvd me nog niet nadoen, leve mijn hersens boven de computer. Ik denk dat ik na de CPC samen met Rob en al die andere collega's van De Haagse een realtime biertje ga drinken.
Mijn zoon Koert woont met Julie in Singapore. Hij fietst al zijn hele leven, de meeste toppen van Frankrijk en Italië kent hij. Ook hij heeft dezelfde apparatuur op zijn balkon. Als ze skypen kunnen ze onderweg met elkaar praten en bespreken wie er voor ligt. Nou ja, praten, kan ik praten als ik de Alpe d'Huez opfiets? Eerst maar eens zien dat ik boven kom. Zo simpel is dat niet. Is virtueel de Alpe d'Huez opfietsen zwaarder dan realtime? Ik denk dat het voor het calorieverbruik niet veel zal uitmaken. En toch is de ervaring heel anders. Jitse fietst met de airco op 21 gr, Koert fietst op zijn balkon bij ruim 30 gr.C. Dit zijn letterlijk mooi weer fietsers. Dat is toch heel anders dan in de zware storm de Tourmalet beklimmen, of onderaan met 20 gr starten en boven eindigen net boven nul.
Ik ren elke ochtend op de loopband bij 21 gr C. Is het aantrekkelijk om de CPC op beeld voor me te hebben? Zodat ik precies herken welke bocht ik ga nemen? Zou ik gestimuleerd worden door het zien van de Zeestraat? Ja, langs het Vredespaleis, de trots van mijn opa Breebaart, die daar de elektriciteit heeft aangelegd, bijna honderd jaar geleden, een wereldwonder waar de Japanners en Amerikanen naar kwamen kijken. En dan draaien we vlakbij Madurodam de Koninginnegracht op. Mijn andere grootouders van Heijningen woonden daar op de verhoging. Mijn oom Leo ook. Mooie plek, zo'n beetje boven het gepeupel. Van het wonen daar word je al oerconservatief, bedenk ik me tijdens het zweten en hijgen. Aan de overkant het Shell-headquarter. Ik heb nog wel wat energie nodig, maar ik denk dat ze niks voor me kunnen doen.
Mijn vorige CPC liep ik met Patrick Morley de 10 in even 55 minuten, maar wat kregen we het hier zwaar en dan elke keer die vraag: zijn we er al? en het antwoord, bijna!, bijna!, hou vol! Bij de Amerikaanse ambassade had ik de neiging om er zeven maal omheen te rennen, ik zou een slechte tijd voor lief nemen, als dat bolwerk van xenofobie maar zou instorten na zeven rondes, ooit is dat gelukt, maar ik zal dat met de nieuwe president Obama nu wel uit mijn hoofd laten. Ik kan me al weer herinneren hoe ik het Voorhout opdraaide, nog een bocht naar links en dan de finish in zicht. Heb ik die dvd eigenlijk wel nodig? Ik draai de film in mijn hoofd af en het grote voordeel is dat ik het kan laten stormen en met harde tegenwind lopen en toch bereik ik na 25 minuten loopband de finish. Knap hè . Dat kan die dvd me nog niet nadoen, leve mijn hersens boven de computer. Ik denk dat ik na de CPC samen met Rob en al die andere collega's van De Haagse een realtime biertje ga drinken.
Abonneren op:
Posts (Atom)