Mijn horloge liegt. Ik vermoedde het al weken, maar afgelopen zaterdag betrapte ik hem op heterdaad. Zoals ik in een eerdere bijdrage aan deze weblog al liet weten, beschik ik over een apparaatje dat tijdens het hardlopen exact de afgelegde afstand en snelheid bijhoudt. En over dat woordje ‘exact’ wil ik het vandaag met jullie even hebben.
Ik houd van hardlopen, maar een groot nadeel van hardlopen is dat het zo verdomde saai is. Vooral het lopen van langere afstanden. Loop ik een 10, 15 of 21 km, al vrij snel na het vallen van het startschot vraag ik me af hoe lang ik nog moet. Tegen de tijd dat ik een half uur onderweg ben en mijn benen voorzichtig beginnen te protesteren, is het enige dat me bezighoudt de vraag waarom ik überhaupt aan de wedstrijd begonnen ben.
Om toch te volharden in mijn hardloopinspanningen heb ik mijzelf voor mijn verjaardag getrakteerd op een horloge voorzien van hartslagmeter en foot-pod. De hartslagmeter gaat om de borst, de foot-pod op de schoen en lopen maar. Vraag me niet hoe het precies werkt, maar de foot-pod registreert de beweging van je voeten en kan daaruit je snelheid en afgelegde afstand herleiden, wat vervolgens weer op de display van je horloge getoond wordt. Voor mij een ideale uitvinding omdat ik zo op ieder moment van een training of wedstrijd weet hoelang het nog is tot de eindstreep. Samen tellen we de kilometers af en niet zelden heb ik dankzij mijn horloge mijn energievoorraad zo gedoceerd kunnen aanspreken, dat er aan het einde van de rit nog een sprintje af kon. Je begrijpt, vanaf dag 1 zijn mijn horloge en ik dikke maatjes.
Nu staat of valt het gebruik van zo’n geavanceerd horloge met één belangrijke voorwaarde. Net als bij iedere relatie, draait het ook hier om onvoorwaardelijk vertrouwen. Als je horloge tijdens een belangrijke wedstrijd aangeeft dat je nog maar 5 kilometer te gaan heb, en na die 5 kilometer blijkt de finishlijn nog in geen velden of wegen te bekennen, geloof me, dan ben je niet blij. Het eerste wat je dan ook dient te doen na aanschaf van een dergelijk horloge, is het zogenaamde calibreren van de foot-pod. Met andere woorden, je gaat naar een atletiekbaan, loopt twee rondjes en kijkt of je foot-pod een afgelegde afstand van 800 meter heeft geregistreerd. Is dit niet het geval, dan stel je dit eenmalig bij. Je horloge is nu geijkt.
Bij gebrek aan een atletiekbaan heb ik op advies van een sportinstructeur mijn horloge geijkt aan de lopende band van mijn sportschool. Gewoon programmaatje instellen, afstand en moeilijkheidsgraad invoeren en lopen maar. Hoe moeilijk kan het zijn? In de weken volgend op het bewuste bezoekje aan de sportschool, begon ik echter te twijfelen aan mijn loopvermogen. Liep ik eerder in rustig tempo toch op een gemiddelde van 11 kilometer per uur, na het ijken van mijn horloge kwam ik met geen mogelijkheid boven de 10 km uit. Zelfs in volle sprint klokte mijn horloge niet meer dan 13 km per uur. Voorwaar een hele prestatie…voor mijn bejaarde moeder dan! Het begon me te dagen dat door het ijken van mijn horloge aan de lopende band van de sportschool, ik de afwijking die standaard op een nieuw horloge aanwezig is, alleen maar verergerd had.
Ik heb de halve zaterdagmorgen besteed aan het herstellen van onze vertrouwensband. Ik herinnerde mij het verhaal dat een hardloopclubje bij ons in de wijk jaren geleden markeringen had aangebracht op het fietspad langs het kanaal: om de honderd meter een streepje. Ideaal voor het calibreren van mijn horloge. De vraag was alleen nog even of de streepjes er nog zouden staan? Het zal een vreemd gezicht geweest zijn voor de vroege zaterdagmorgenvogels op de Leidse Kanaalweg. Jan die om de honderd meter op zijn knieën gaat op zoek naar een wit streepje verf op het asfalt. Wat je niet moet over hebben voor het lopen van de CPC!
Ik houd van hardlopen, maar een groot nadeel van hardlopen is dat het zo verdomde saai is. Vooral het lopen van langere afstanden. Loop ik een 10, 15 of 21 km, al vrij snel na het vallen van het startschot vraag ik me af hoe lang ik nog moet. Tegen de tijd dat ik een half uur onderweg ben en mijn benen voorzichtig beginnen te protesteren, is het enige dat me bezighoudt de vraag waarom ik überhaupt aan de wedstrijd begonnen ben.
Om toch te volharden in mijn hardloopinspanningen heb ik mijzelf voor mijn verjaardag getrakteerd op een horloge voorzien van hartslagmeter en foot-pod. De hartslagmeter gaat om de borst, de foot-pod op de schoen en lopen maar. Vraag me niet hoe het precies werkt, maar de foot-pod registreert de beweging van je voeten en kan daaruit je snelheid en afgelegde afstand herleiden, wat vervolgens weer op de display van je horloge getoond wordt. Voor mij een ideale uitvinding omdat ik zo op ieder moment van een training of wedstrijd weet hoelang het nog is tot de eindstreep. Samen tellen we de kilometers af en niet zelden heb ik dankzij mijn horloge mijn energievoorraad zo gedoceerd kunnen aanspreken, dat er aan het einde van de rit nog een sprintje af kon. Je begrijpt, vanaf dag 1 zijn mijn horloge en ik dikke maatjes.
Nu staat of valt het gebruik van zo’n geavanceerd horloge met één belangrijke voorwaarde. Net als bij iedere relatie, draait het ook hier om onvoorwaardelijk vertrouwen. Als je horloge tijdens een belangrijke wedstrijd aangeeft dat je nog maar 5 kilometer te gaan heb, en na die 5 kilometer blijkt de finishlijn nog in geen velden of wegen te bekennen, geloof me, dan ben je niet blij. Het eerste wat je dan ook dient te doen na aanschaf van een dergelijk horloge, is het zogenaamde calibreren van de foot-pod. Met andere woorden, je gaat naar een atletiekbaan, loopt twee rondjes en kijkt of je foot-pod een afgelegde afstand van 800 meter heeft geregistreerd. Is dit niet het geval, dan stel je dit eenmalig bij. Je horloge is nu geijkt.
Bij gebrek aan een atletiekbaan heb ik op advies van een sportinstructeur mijn horloge geijkt aan de lopende band van mijn sportschool. Gewoon programmaatje instellen, afstand en moeilijkheidsgraad invoeren en lopen maar. Hoe moeilijk kan het zijn? In de weken volgend op het bewuste bezoekje aan de sportschool, begon ik echter te twijfelen aan mijn loopvermogen. Liep ik eerder in rustig tempo toch op een gemiddelde van 11 kilometer per uur, na het ijken van mijn horloge kwam ik met geen mogelijkheid boven de 10 km uit. Zelfs in volle sprint klokte mijn horloge niet meer dan 13 km per uur. Voorwaar een hele prestatie…voor mijn bejaarde moeder dan! Het begon me te dagen dat door het ijken van mijn horloge aan de lopende band van de sportschool, ik de afwijking die standaard op een nieuw horloge aanwezig is, alleen maar verergerd had.
Ik heb de halve zaterdagmorgen besteed aan het herstellen van onze vertrouwensband. Ik herinnerde mij het verhaal dat een hardloopclubje bij ons in de wijk jaren geleden markeringen had aangebracht op het fietspad langs het kanaal: om de honderd meter een streepje. Ideaal voor het calibreren van mijn horloge. De vraag was alleen nog even of de streepjes er nog zouden staan? Het zal een vreemd gezicht geweest zijn voor de vroege zaterdagmorgenvogels op de Leidse Kanaalweg. Jan die om de honderd meter op zijn knieën gaat op zoek naar een wit streepje verf op het asfalt. Wat je niet moet over hebben voor het lopen van de CPC!
Leuk stukje!
BeantwoordenVerwijderen